Doorzoek site:
VOLG ONS OP FACEBOOK:

Facebook

Home > Techniek > Mechanica > Lagers > Rolweerstand > Conclusies
Conclusies


Op de computer is te zien dat het wiel met 85/4 (magneten) = 21,25 omwenteling per minuut draait

Nawoord en conclusie.

De 21 Watt die vorig jaar in het artikel werd genoemd kan dus waar zijn als je lagers neemt met grote kogels, met zeer strakke afdichting en met veel dik plakkend vet. Maar het komt zeker niet door de ceramische kogels. Die geven voor een complete fiets maximaal 0,1 Watt minder wrijving.

Wel is het zo dat ceramische kogels niet kunnen roesten en dus minder vet of olie nodig hebben. Bij stalen kogels kan het bij te weinig smering gebeuren dat de kogels na een korte stilstand vastroesten. Bij de eerste rit wordt een stukje metaal losgerukt en de slijtage is ingezet! Maar bij goed onderhoud bij stalen lagers is dat geen item.

 

De dure ceramische kogels hebben verder geen nut bij gebruik in fietsen!

 

Wat is nu het beste als je geen honderden euro’s wilt uitgeven voor ceramische kogels:

Koop normale industrielagers met zo veel mogelijk kleine stalen kogels en met aan één kant een slepende afdichting en aan de andere kant een niet slepende afdichting. De slepende afdichting moet dan aan de buitenkant van het onderdeel komen. Smeer bij slecht weer met Highspeed vet van SKF en bij droog weer met Highspeed olie van SKF.

 

Hoe werkt de meting?

Het draaiende wiel heeft een bepaalde massatraagheid (I)  en zal als er geen wrijving is gewoon blijven doordraaien. De wrijving in het lager zorgt ervoor dat het wiel afremt. (De luchtweerstand zorgt ook voor afremming maar is bijna verwaarloosbaar en door een referentiemeting uit de meetwaarden gehaald)  De afremming zorgt voor hoekvertraging (a) van het wiel.

De afremming door het lager is op te vatten als een kracht (F) die op een straal (r) tegenwerkt aan de draairichting. Dit levert een tegenwerkend moment (M) op. Onze belaste meting geeft na invoer van tijden en toerentallen meteen het tegenwerkend koppel (T) die is uitgedrukt in Nmm.

Door het aantal gemeten Nmm met het toerental (rad/s) te vermenigvuldigen hebben we het aantal Watts dat verbruikt wordt.

In formulevorm:

Koppel: T = F · r = I · a (Nm = J)

Vermogen: P = F · r · ω  = M · ω (Watt = J/s)

 

Grootheid

Symbool

Eenheid

Kracht

F

N

Straal

r

m

Massatraagheid

I

kgm² = Nms²

Hoekversnelling

a

rad/s²

Hoeksnelheid

ω

rad/s

Moment~Koppel

T~M

Nm = J

Vermogen

P

J/s = Watt